Het nieuwste KCE-rapport blijft zeer lief voor het beleid na nieuw onderzoek. Dat bevestigt dat het scheef blijft zitten met het aantal verpleegkundigen per patiënt en de beschikbare middelen. Alleen de Kamer kon de (minderheids)regering recent dwingen tot een eerste injectie voor de verpleegkunde. Vooral geriatrie, chirurgie, inwendige geneeskunde, revalidatie en pediatrie zitten op een alarmerend onderbestaffingspeil.
Het KCE geeft aan dat ongeveer 5.500 extra voltijdse verpleegkundigen nodig zijn, voor een bijkomend jaarlijks budget van meer dan € 403 miljoen. Dat nadat het een studie herhaalde die tien jaar later geleden werd uitgevoerd in samenwerking met de KU Leuven, bij bijna 5 000 verpleegkundigen in 84 ziekenhuizen. Ze werden bevraagd over hun werklast en welzijn, en over de kwaliteit van zorg, zoals zij die ervaren.
Boter aan de galg
Er is sprake van een licht positieve trend waardoor het aantal patiënten per verpleegkundige ietwat daalde (van gemiddeld 11 naar 9,4, daar waar maximaal 8 geldt volgens internationale normen). Ook hebben steeds meer verpleegkundigen (63%) een Bachelor-diploma. De verpleegkundigen zelf vinden dat ze vandaag beter door hun leidinggevenden worden ondersteund, en dat hun werkrelatie met de artsen is verbeterd. Maar vooral de diensten interne geneeskunde, chirurgie en geriatrie zijn en blijven knelpunten waaraan zo goed als niets gedaan werd.
Resultaat: verpleegkundigen kunnen wegens tijdsgebrek steeds vaker noodzakelijke zorg niet verlenen, en de laatste 10 jaar is dit probleem alleen maar toegenomen, ook al omdat ze veel taken hebben waarvoor ze overgekwalificeerd zijn.
Zo rapporteert 82% dat ze maaltijden opdienen en 61% dat ze patiënten transporteren binnen het ziekenhuis. Hiervoor zouden de ziekenhuizen beter zorgkundigen of ander niet-verzorgend personeel inzetten.
Door deze werkdruk meldde 37% dat ze tijdens de laatste shift patiënten niet goed konden observeren en ze niet van houding konden veranderen om doorligwonden te voorkomen. Communicatietijd met patiënten zit er voor zeven op de tien verpleegkundigen ook niet voldoende in, wat leidt tot stijgend ongenoegen. Een op de vier is niet tevreden, een op de tien denkt eraan om het beroep te verlaten.
Noodmaatregel
Het KCE besluit met niet meer, niet minder dan een vingerwijzing naar het beleid: "Er is een andere beleidsaanpak nodig, met een wettelijk maximaal aantal patiënten per verpleegkundige, en de nodige forse investeringen.
In een eerste fase kunnen binnen het jaar de onveilige situaties worden weggewerkt. Dit vereist een toename van het personeelsbestand met 1.629 voltijdse medewerkers. Hiervoor is een bijkomend jaarlijks budget van bijna € 118 miljoen vereist. Dit moet beschouwd worden als een noodmaatregel, en als het absolute minimum van wat er moet gebeuren. Binnen de 5 jaar moet men dan veilige aantallen per afdeling en per shift vastleggen, wat nog eens een bijkomend jaarlijks budget van meer dan € 403 miljoen vergt.
Weliswaar werd een eerste beleidsbeslissing reeds genomen (via het parlement: de oprichting van een zorgfonds voor de aanwerving van bijkomend zorgpersoneel, als voorlopige maatregel. Dit fonds ontving eind vorig jaar reeds € 67 miljoen en ook voor de eerste drie maanden van 2020 zou € 100 miljoen worden vrijgemaakt). De minderheidsregering heeft hier geen verdienste aan.
> Lees ook: Zomaar-geld-pompen-in-verpleegkundigen-is-als-ketting-smeren-met-verkeerde-schakels (De Block)