'Artsenhonoraria 40% omzet AZ's' (rapport Volksgezondheid)

De FOD Volksgezondheid heeft zopas zijn rapport vrijgegeven over de werking van de algemene ziekenhuizen in België. Het zoomt in op de blikvangers en is gebaseerd op een reeks kerncijfers. Met dit rapport wil het Directoraat-Generaal Gezondheidszorg inzicht verschaffen in de data waarover de organisatie beschikt. Want ‘data’ zijn de nieuwe olie, maar je moet ze wel ‘raffineren’.

Het rapport omvat geen psychiatrische ziekenhuizen (die uitsluitend zorg verlenen aan mensen met psychische stoornissen) of gespecialiseerde ziekenhuizen (die uitsluitend geriatrische, revalidatie- of palliatieve zorg verlenen).

Wat moeten we onthouden? Onder meer deze drie dingen: het aantal acute bedden daalt ten gunste van meer bedden voor chronische patiënten; in 20 jaar tijd is het aantal bedden in algemene ziekenhuizen gestaag gedaald; en bovenal is het aantal professionals dat in algemene ziekenhuizen werkt, toegenomen.

Nog enkele andere blikvangers:

>103: van de 103 Belgische ziekenhuizen zijn er 28% publiek (door een overheid bestuurd) en 72% privé of in een vzw-structuur. 

>Brussel Hoofdstad heeft met voorsprong het hoogst aantal erkende ziekenhuisbedden per 10.000 inwoners. Op plaatsen twee en drie vinden we respectievelijk West-Vlaanderen en Henegouwen. Vlaams- en Waals-Brabant sluiten dan weer de rij met in verhouding het minst aantal bedden.

>7.171 - De tewerkstelling in AZ’s klom in 4 jaar tijd met niet minder dan 7.171 voltijds equivalenten.

>67.427 verpleegkundigen en 7.038 artsen staan ingeschreven op de loonlijst, maar de medische activiteit is hier fel onderschat: de meeste artsen werken er als zelfstandige zijn niet als "ziekenhuismedewerkers" ingeschreven.

>13,9%: in 10 jaar stegen met dat percentage contacten/verblijven, patiënten in Vlaanderen hebben in globo minder contacten dan in Wallonië/Brussel. Vooral zijn er meer daghospitalisaties en spoedopnames. In 2017 lag het aantal verblijven per 100.000 inwoners in Vlaanderen op 50.862 (+14,4% sinds 2008), op 58.495 in Brussel (+9,4% sinds 2008) en op  58.023 in Wallonie (+14,4% sinds 2008). Weer een bewijs dat het Franstalige landsgedeelte een stuk hospitalocentristischer denkt.

> De gemiddelde verblijfsduur daalde in 10 jaar met 1 dag.

> 3 dagen: op de materniteit verblijven patiënten in 55% van de gevallen niet langer dan 3 dagen en duurt 80% van de verblijven niet langer dan 4 dagen. Daarmee ligt de standaard dus op 3 dagen zoals opgelegd door het kabinet De Block.

>In Vlaanderen wordt verhoudingsgewijs per 100.000 inwoners minder gebruikgemaakt van de spoeddiensten en wordt één derde van de bezoeken aan de spoedgevallendienst gevolgd door een ziekenhuisopname. Dat is meer dan in de andere twee gewesten. In Wallonië en in Brussel keren vier van de vijf patiënten na hun bezoek aan de spoedgevallendienst terug naar huis. Deze resultaten wijzen op een verschil in het gebruik van de spoeddiensten.

>Voor 2017 ziet de top tien van de meest voorkomende aandoeningen waarvoor vrouwen werden opgenomen, er als volgt uit: spijsverteringsstelsel, chemo- en immunotherapie, zenuwstelsel, spieren/botten en gewrichten, tumoren, laesies, bloedsomloop, ademhalingsstelsel,  ogen, uro-genitaal stelsel.

>Voor 2017 ziet de top tien van de meest voorkomende aandoeningen waarvoor mannen werden opgenomen, er dan weer als volgt uit: spijsverteringsstelsel, chemo- en immunotherapie, zenuwstelsel, bloedsomloop, spieren/botten en gewrichten, tumoren, laesies, ademhalingsstelsel, uro-genitaal stelsel, ogen.

Zorginfecties

Zorginfecties (infecties die ontstaan 48 uur na de dag van ziekenhuisopname) worden beschouwd als een grote bedreiging voor de patiëntveiligheid. De resultaten van een Europese studie tonen aan dat in België op ieder moment ongeveer 7,3% van de patiënten in acute ziekenhuizen lijdt aan een zorginfectie.

Tijdens de laatste campagne steeg de handhygiënecompliantie in acute ziekenhuizen (nationaal gewogen gemiddelde) van 72.1% voor (135 deelnemende ziekenhuizen/sites) tot 78.7% na de campagne (118 deelnemende ziekenhuizen/ sites). Bij alle zorgverleners werd er een verbetering waargenomen (gemiddeld +7.5%) met de beste resultaten voor de verpleegkundigen.

>In vergelijking met andere landen worden in ons land veel CT-onderzoeken uitgevoerd.

>Spoed: bij kinderen, adolescenten en jongvolwassenen leidt het ambulante contact met de hulpdiensten zelden tot opname. Boven de 70 jaar wordt het contact met de spoedgevallendienst in meer dan de helft van de gevallen gevolgd door een traditionele ziekenhuisopname.  Bijna 45% van de contacten met een ziekenhuis in het Vlaamse Gewest begint met een bezoek aan de spoedgevallendienst, tegenover iets meer dan 60% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waals Gewest.

>40% van de honoraria van artsen: in 2017 bedroeg de omzet van de algemene ziekenhuizen ongeveer 18,2 miljard euro. De belangrijkste financieringsbronnen voor ziekenhuizen zijn het Budget Financiële Middelen (BFM), de honoraria van artsen (40%), tandartsen en bepaalde categorieën van verplegend en paramedisch personeel, vaste RIZIV-tarieven, farmaceutische en aanverwante producten, kamersupplementen en het aandeel van de patiënt.

>94,2% tevreden patiënten: de ondervraagde patiënten waren tevreden over hun verblijf en zouden het ziekenhuis aanbevelen aan familie en vrienden.

Dit rapport zal worden herhaald en telkens worden verrijkt met nieuwe geïnterpreteerde gegevens om het een meerwaarde te geven.

Het volledige rapport vindt u hier.

 

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.