"Recent zag een artikel het licht van de gerenommeerde jurist Herman Nys over de te betalen bijdrage aan de Orde der Artsen. Na tientallen jaren zwoegen in al wat medisch recht is, heeft Nys plots ontdekt dat de wetteksten omtrent de bijdrage aan de Orde "geen voorbeeld van heldere wetgeving" zijn en hij meent dat de Raad van State door een arrest van 20 oktober "meer duidelijkheid" verschaft. Niets is minder waar: de wetteksten zijn glashelder en het arrest van de Raad van State houdt enkel een recent ontstane onduidelijkheid in stand."
"Om deze stellingen hard te maken, is een vermelding van de volledige wetteksten vereist, wat Nys niet doet. Dat is niet ontmoedigend voor de lezer daar zelfs een schoolkind begrijpt wat de wet zegt. Heel in het begin heeft de wet het al over centen: artikel 3 bepaalt dat de Orde "jaarlijks een bijdrage mag eisen van de op de lijst ingeschreven artsen om haar in staat te stellen haar opdracht te vervullen". Daarna volgt letterlijk "deze bijdrage wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 6,7) (bevoegdheid van de provinciale raad) en artikel 15&2,4 (bevoegdheid van de nationale raad)". Nys laat in zijn artikel deze tekst weg maar hij is kapitaal in het verhaal en wordt daarom letterlijk weergegeven met tussen haakjes verduidelijkingen."
"Volgens het vermelde artikel 6 zijn de provinciale raden bevoegd om 'ieder jaar de bijdrage te bepalen waarvan sprake in artikel 3 met inbegrip van (onze cursivering) de bedragen die door de nationale raad voor ieder ingeschreven lid werden vastgesteld'. Als toelichting voor de kleine: Sinterklaas komt met inbegrip van Zwarte Piet."
"Verderop in de wettekst staat natuurlijk -hoe zou het anders kunnen- dat de nationale raad zoals bepaald in artikel 15 tot taak heeft 'het jaarlijks bedrag te bepalen dat benevens (onze cursivering) de bijdrage voor de provinciale raad wordt geëist van de artsen als bijdrage voor de Orde'. Voor een kind als uitleg: benevens de cadeautjes voor jou brengt de Sint ook cadeautjes mee voor je zusje dat bij oma logeert. Vermoedelijk zoekt de oudste in zijn pas gekregen woordenboek op wat 'benevens' betekent en vindt daar als synoniem "daarenboven". Al deze teksten zijn zonneklaar en waar Nys zijn kronkel haalt is een raadsel: hineininterpretieren is een verklarende hypothese."
"En dat is niet zomaar een hypothese van een seniele psychiater. Veertig jaar lang bepaalde de nationale raad zoals de wet voorstaat de voor zijn werking noodzakelijke bijdrage en deelde dit bedrag mee aan de provinciale raden die dit toevoegden aan het bedrag noodzakelijk voor hun werking en dit totale bedrag werd van de ingeschreven artsen als bijdrage gevraagd."
"Maar vanaf 2021 lapt de nationale raad heel die wettelijke regeling aan zijn laars en bepaalt hij alleen de volledige bijdrage waarbij hij de provinciale raden zo onder druk zet dat zij daarmee akkoord gaan. Tegen een combi van de politie plassen is geen overtreding als de agenten daarmee akkoord gaan!"
Materieel volledig afhankelijk
"Dat de voorzitter van de nationale raad, toen nog sectievoorzitter in het Hof van Cassatie, waarvan de opdracht is erop te waken dat de wetten worden nageleefd, met zijn handtekening die beslissing van de nationale raad bekrachtigt, is niet te begrijpen."
"Een harmonisering van de bijdragen voor alle artsen wordt als motief gebracht maar de ware toedracht is dat de nationale raad sinds 2021 al die miljoenen aan bijdragen beheert waardoor de provinciale raden materieel volledig afhankelijk zijn geworden van de nationale raad en daardoor een groot stuk van hun autonomie en eigenheid kwijt zijn geraakt."
"Hilarisch maar schrijnend voorbeeld is dat een voorzitter van een provinciale raad aan Brussel toelating moest vragen voor de aanschaf van een wetenschappelijk boek over medische deontologie, bestemd voor de bibliotheek van zijn provinciale raad."
"Het akkoord van de provinciale raden valt te begrijpen vanuit de groepsdynamica: enkele zeer actieve leden met jarenlange ervaring als voorzitter van de provinciale raad en lid van de nationale raad worden als grijze eminenties door een meerderheid van minder geïnformeerde en minder geëngageerde leden van de provinciale raden quasi automatisch gevolgd."
“Gedeelde bevoegdheid”
"Deze knotsgekke situatie werd voor de Raad van State gebracht en tot verrassing van de meeste ingewijden, is die van oordeel dat wat de voorzitter van de nationale raad zich veroorlooft, wel door de beugel kan."
"Het arrest van de Raad van State is geschreven door een sluwe auditeur die uit de hoger vermelde teksten afleidt dat het om een "gedeelde bevoegdheid" gaat, wat helemaal niet klopt. Uit de geciteerde wetteksten blijkt wel dat de totale bijdrage voor elke arts uit twee delen bestaat: een deel waar de provinciale raad voor bevoegd is en een deel waar de nationale raad voor bevoegd is."
"Vanuit dit bestaan uit twee delen besluit de auditeur tot een gedeelde bevoegdheid wat een sluwe maar misleidende gedachtensprong is die een oppervlakkige lezer ontgaat. Het gaat niet om een gedeelde bevoegdheid maar om de som van twee van elkaar totaal losstaande bedragen, die bepaald worden door twee instanties die wat het aspect van hun bevoegdheden betreft, volledig zelfstandig en autonoom beslissen over het bedrag dat voor hun werking noodzakelijk is."
"Na deze "sublieme vondst" gaat de auditeur op de ingeslagen weg verder met als volgende stap samen bevoegd en samen het totaalbedrag van de bijdrage bepalen. Over dit alles staat geen letter in de wet maar de fictie is bij de Raad van State in deze materie troef. Hoe durft men zo'n onzin verkopen waarbij men mensen zoals Nys om de tuin weet te leiden, die schijnbaar verblind door het arrest een essentiële zin uit de wet in zijn artikel weglaat: "De bijdrage wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 6,7º en artikel15&2,4."
A + B = C
"De wet zegt op drie plaatsen overduidelijk hoe de totale bijdrage dient bepaald te worden: A (bijdrage provinciale raad) + B (bijdrage nationale raad) = C (totale bijdrage)."
"In de momenteel door de nationale raad gehanteerde werkwijze bestaan A en B niet meer en bepaalt de nationale raad hoeveel C is en de provinciale raden leggen zich daarbij neer. Geen greintje van de bestaande wetgeving wordt nog nageleefd maar toch vindt de Raad van State dat de wet deze nieuwe werkwijze niet uitsluit. Plas maar tegen de combi! Men zou bijna denken dat jezuïeten en katholieken bij de Raad van State de lakens uitdelen."
"Maar het arrest zegt ook: 'Mochten de provinciale raden -of zelfs maar één van hen- op een bepaald moment niet akkoord zijn met de bedragen vastgelegd door de nationale raad, dan kunnen zij zich nog steeds op hun eigen bevoegdheid beroepen om voor hun eigen provincie een afwijkende en niet langer geharmoniseerde bijdrage te bepalen'."
"Teruggrijpen naar het bijdragesysteem van vroeger kan volgens de Raad van State op elk ogenblik en een jaar later kan weer voor het huidige gekozen worden."
"Misschien vindt Nys dit duidelijk en hij heeft gelijk want zwalpen is ook duidelijk."
Laatste reacties
Roland VERMEIREN
08 december 2023heerlijk om deze klare uitleg te lezen ,
vrolijk sinterklaasfeest !
oud-collega roel vermeiren
Georges CASTEUR
07 december 2023Beste Ivo, hier heb je het over interne afspraken binnen de Orde. Zelf ga ik er niet op in maar wens je toch eraan te herinneren dat je buiten de Raden ook geneesheren hebt die betalen en die zouden toch ook wel recht hebben , me dunkt, inzage te krijgen in de boekhouding. Bvb hoe zit het met de zitpenningen (die van de artsen en die van de magistraten)?
Paul DEPUYDT
07 december 2023Als gepensioneerd geneesheer heb ik gedurende mijn actieve loopbaan jaarlijks mijn bijdrage betaald aan mijn provinciale raad (soms even te laat, maar toch altijd)
Sedert de nieuwe regeling - inning door de nationale raad - heb ik de stoutmoedigheid gehad, gezien ik sedert enkele jaren geen prestaties niet meer aanreken, om te vragen mijn bijdrage, die hetzelfde bedrag (65€) is als de nog prestaties leverende collega's te willen verminderen, gezien ik die bedragen ook niet als onkost kan aftrekken, gezien ik geen beroepsinkomen meer heb. Deze vermindering zou 50% mogen bedragen (cfr fiscaal barema). Een eerste brief geschreven aan de Nationale Raad was in 07.2021, een tweede in 02.2022. Ik wacht nog steeds op antwoord van een collega uit die nationale raad. Mijn vraag is dan ook: moet ik nog een bijdrage betalen voor de nationale raad als die in 2 jaar tijd nog niet de tijd gevonden heeft om mijn vraag te beantwoorden??? pdp