Specifix, een nieuwe spin-off van UAntwerpen en onderzoekscentrum Imec, heeft software geïntroduceerd waarmee individuele polsbreuken sneller en efficiënter gefixeerd kunnen worden. Dat heeft Imec donderdag bekendgemaakt in een persbericht. Op termijn zal de software ook voor andere breuken gebruikt kunnen worden.
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zal de vraag naar chirurgische ingrepen de komende tien jaar verdubbelen, enerzijds omwille van de vergrijzing, en anderzijds omdat het aantal verkeers- en sportongevallen toeneemt bij de actieve bevolking. De vraag naar ingrepen zal bovendien de capaciteit van chirurgen wereldwijd overtreffen, waardoor de gezondheidszorg alleen maar meer onder druk komt te staan.
Om sneller, efficiënter en meer gepersonaliseerde ingrepen te kunnen uitvoeren, wordt meer en meer gebruikgemaakt van software die de breuken gedetailleerd in kaart brengt. "Maar het huidige arsenaal aan software was nog te beperkt", vond professor Matthias Vanhees, hartchirurg in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen en AZ Monica. "Omdat elke patiënt en elk breukpatroon anders is, is volautomatische software nodig."
Vanhees startte daarom een samenwerking met Vision Lab, een onderzoeksgroep van Imec aan UAntwerpen die gespecialiseerd is in de analyse van 3D-beelden en artificiële intelligentie. De samenwerking leidde tot de oprichting van de software Specifix en de gelijknamige spin-off.
Op het Specifix-platform kan een chirurg de CT-scan van een patiënt uploaden. Vervolgens ontvangt hij of zij de 3D-visualisatie van de breuk en de beste selectie en positionering van de plaat om de breuk mee te fixeren. Zo wordt het hele proces van preoperatieve planning tot operatie herleid tot slechts enkele minuten. De software vereist bovendien geen speciaal getrainde externe operator, maar kan wereldwijd online geraadpleegd worden.
Tot hiertoe werkt het systeem enkel voor polsen, maar in de toekomst wordt het ook mogelijk het te gebruiken voor andere gewrichten.