Didier Gosuin (Défi), Gezondheidsminister voor Brussel, sprak bij de voorstelling van de MAHA-studie gisteren zijn vrees uit voor een inkrimping van het Brusselse ziekenhuisbeddenbestand met 1.000 eenheden.
Voor de gemeenschappeljke gemeenschapscommissie (Cocom) zit het infrastructuurbudget van Brussel met 9,6 miljoen in de rode cijfers. "En dat deficit zal nog verergeren", aldus Gosuin. Niet wegens slecht beheer, maar door slecht rekenwerk bij de zesde staatshervorming. De minister ziet de gezondheidsuitgaven de volgende jaren nog toenemen, niet alleen omdat we 'te veel' of 'genoeg' artsen hebben 'zoals sommigen laten uitschijnen'. Hij ziet de oorzaak eerder demografisch. En dan zullen de behoeften, zeker die van Brussel, exploderen.
Brussel vergeleken met andere grootsteden
"Sinds ik Gezondheidsminister ben, hoor ik steeds dit magische cijfer circuleren: 'In Brussel moeten 1.000 bedden weg'." Gosuin drukt ons met de neus op de feiten: de 1,180 miljoen Brusselaars beschikken in theorie over 6.351 algemene - geen psychiatrische - bedden. Tellen we daar nog de universitaire bij, dan zijn dat er 6.820 erkende. Dus zit Brussel boven de strikte programmatienormen. Maar de Brusselse ziekenhuizen verzorgen niet alleen Brusselaars: 30 tot 40% is niet-Brusselaar. En dan heb je 8.447 bedden nodig terwijl er 6.820 erkend zijn. Moeten er dan nog bedden weg?
Gosuin maakt een vergelijking tussen Brussel en de vier grootste steden van het land (Antwerpen, Gent, Charleroi en Luik). Hij stelt vast dat ze met een gelijkaardige bevolking 12.800 erkende bedden tellen... Bijna het dubbele van de theoretische programmatie. Twee maten en twee gewichten?
De minister vreest eveneens dat de inkorting van de ligduur de problemen zal verschuiven door meer complicaties en heropnames te veroorzaken. Een pervers effect.
Anderzijds blijkt uit de MAHA-studie dat ziekenhuizen ondanks alles in hun infrastructuur blijven investeren en dat is een goede zaak, besluit hij.