Borstreconstructie na kanker: wat is een redelijk ereloon? Die vraag werd doorgespeeld naar het Kenniscentrum voor Gezondheidszorg (KCE) omdat het Riziv er niet uit raakte. Een interessante denkoefening in het licht van de hervorming van de ziekenhuisfinanciering, maar zonder definitief antwoord. Dat verwondert Marc Moens (Bvas) niet.
14 tot 20% van de vrouwen die een borstoperatie hadden omwille van kanker, kiest voor een borstreconstructie. In theorie terugbetaald door de ziekteverzekering. De laatste jaren staan de ‘esthetische supplementen’, onder andere voor de autologe reconstructies, ter discussie. De plastisch chirurgen rekenen deze supplementen aan omdat ze de vergoeding van het Riziv te laag vinden in verhouding tot de complexiteit van de ingreep. Het KCE moest met cijfergegevens die onder meer gebaseerd waren op een objectieve tijdmeting van de operatieduur, soelaas brengen. Dit om de Riziv-vergoeding (eventueel) te herzien.
Meteen legt het KCE de vinger op de wonde bij zijn conclusies: "De belangrijkste hinderpaal bij deze studie was dat er voor artsen geen basis-uurtarief bestaat dat algemeen wordt aanvaard."
Om tot een echte oplossing te komen moeten volgens het KCE alle erelonen globaal worden geherevalueerd, zoals het KCE al voorstelde in zijn conceptueel kader voor de hervorming van de ziekenhuisfinanciering (KCE-rapport 229). Het KCE ziet de cijfers in het nieuwe rapport enkel als een "tijdelijke oplossing" om uit de impasse te geraken. En zelfs dat valt te betwijfelen.
‘Esthetische supplementen’
De volgens het KCE soms zeer hoge ‘esthetische supplementen’ voor een autologe reconstructie uit eigen zak bedragen volgens een onderzoek van de Vlaamse Liga tegen Kanker gemiddeld 2.620 euro. De plastisch chirurgen vinden dat deze door hen aangerekende supplementen voor autologe reconstructies gegrond zijn omdat het ereloon dat het Riziv hen betaalt (bv. 1.527 euro voor een DIEP) veel te laag ligt in verhouding tot de complexiteit en de zwaarte van de interventie. De ingreep duurt soms zeer lang en vereist veel deskundigheid en ervaring en, in sommige gevallen, een specifieke expertise in microchirurgie.
Data van tien teams gedurende drie maanden
Voor zijn berekening van een billijk ereloon baseerde het KCE zich op een beproefde methode. In een eerste stap werd de duur van de verschillende fasen van een interventie zeer nauwkeurig gemeten. Tien Belgische chirurgische teams werden bereid gevonden om gedurende drie maanden de duur van de verschillende chirurgische fasen van hun autologe reconstructies te meten, net als die van de aanvullende ingrepen (zoals het symmetrisch maken van beide borsten of de reconstructie van de tepel) en die van de eventuele ingrepen bij complicaties.
De volgende stap: de gemeten interventieduur vermenigvuldigen met het uurtarief van elk van de betrokken zorgverleners. "Wat op het eerste gezicht eenvoudig en logisch lijkt, bleek in realiteit echter zeer complex te zijn, omdat er nu eenmaal voor artsen geen basis-uurtarief bestaat dat algemeen wordt aanvaard", aldus het KCE. Dus werkte het Kenniscentrum verschillende scenario’s uit, gebaseerd op hypothetische uurtarieven. Afhankelijk van het scenario, kwamen er grote verschillen naar boven. Voor een reconstructie met een vrije flap van het type DIEP, die het vaakst wordt uitgevoerd in ons land, schommelt de gemiddelde kostprijs tussen minimaal 1.125 euro (dus lager dan de huidige Riziv-vergoeding van 1.527 euro) en maximaal 2.584 euro. Wanneer er ook nog aanvullende ingrepen worden uitgevoerd, moet bij dit bedrag ook nog de kostprijs daarvan worden toegevoegd, zoals bijvoorbeeld van een lipofilling, een liposuctie, een tepelreconstructie, een tatoeage van tepel en tepelhof, of een littekencorrectie.
Hete aardappel
Het KCE minimaliseert zelf de resultaten van zijn eigen studie: "Deze manier om de kostprijs van één enkele interventie te berekenen, is een zeer zware methode, met slechts een beperkte geldigheid." Het KCE zit duidelijk met de opdracht verveeld en lijkt die eerder te zien als een hete aardappel: "Het KCE aanvaardde deze opdracht alleen omdat het Riziv zich, door de impasse in de onderhandelingen, in een delicate situatie bevond en dringend om een oplossing vroeg. De voorgestelde cijfers kunnen daarom enkel worden gebruikt als tijdelijke oplossing. Het echte antwoord op deze vraag moet komen van een globale herevaluatie van de medische erelonen, zoals het KCE ook al voorstelde in zijn conceptueel kader voor de hervorming van de ziekenhuisfinanciering (KCE-rapport 229)."
Marc Moens (Bvas) liet zich desgevraagd aan De Specialist ontvallen dat een precies uurtarief voor medisch specialisten bepalen praktisch onmogelijk is door het grote aantal variabelen. In Nederland gebeurt dat wel (voor 2014 werd het uurtarief van een medisch specialist er vastgelegd op 140 euro), maar de vraag is of dan alle factoren wel in het uurloon zitten "en bovendien opereert een chirurg niet de hele tijd", aldus dokter Moens. "Komt nog bij dat ik voor mijn advocaat een uurloon betaal dat zeker zo hoog ligt terwijl die toch minder lang gestudeerd heeft, een betere en snellere pensioenopbouw kan realiseren en minder verantwoordelijkheid draagt."