Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) heeft woensdag fors uitgehaald naar verzekeraars die volgens haar veel te lang talmen met het vergoeden van de slachtoffers van de aanslagen van 22 maart. Verzekeraars bij naam noemen, deed ze niet.
"Bijna een jaar na de aanslagen is minder dan vijftien procent van de geraamde schade vergoed. En van slechts achttien procent van de mensen die een dossier konden indienen, is het dossier al volledig behandeld", hekelde De Block. "De verzekeraars laten deze mensen in de kou staan."
De Block noemt het getreuzel van de verzekeraars "niet normaal" en "ontolereerbaar". "Door die administratieve mallemolen en door zo lang te moeten wachten, zijn deze mensen een tweede keer slachtoffer."
Volgens de Open Vld-minister verstoppen de weerspannige verzekeraars zich achter de nationale solidariteit. "Het is niet de staat die in de plaats zal treden van de verzekeraars, zij moeten zelf hun verantwoordelijkheid nemen", klonk het.
De Block deed haar uitspraken tijdens de bespreking van haar wetsontwerp rond een statuut voor terreurslachtoffers in de Kamer. Op dat wetsontwerp dook woensdag nog kritiek op van de slachtofferverenigingen, die het statuut onvoldoende vinden. Al gingen hun opmerkingen minstens deels ook over het slachtofferfonds, dat eigenlijk los staat van deze tekst.
De fractieleiders van meerderheid én oppositie spraken woensdag af om de verdere bespreking van het wetsontwerp voorlopig 'on hold' te zetten, in afwachting van de afronding van de werkzaamheden van de parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen. Dat moet toelaten om ook de aanbevelingen van de onderzoekscommissie in rekening te nemen bij de verdere uitwerking van het statuut en de specifieke regelingen voor de slachtoffers.
Een slachtoffervereniging had zelf bij de parlementsleden aangedrongen om niet 'snelsnel' te stemmen om toch maar de symbolische datum van 22 maart te halen. De slachtoffers hebben liever grondig werk en een stevig uitgebouwd statuut dan haastwerk. De onderzoekscommissie hoopt tegen eind april helemaal klaar te zijn, nadien zal het parlementaire debat dus weer worden opgepikt.
Minister De Block wilde zich niet moeien met de werkzaamheden van het parlement, maar merkte niettemin op dat haar tekst toch minstens al bepaalde zaken regelde. Denk aan de erkenning als terreurslachtoffer, een overlevingspensioen voor bepaalde nabestaanden of nog de terugbetaling van alle medische kosten.
"Voor ons was steeds duidelijk dat bijkomende aanpassingen mogelijk waren", aldus De Block. "We dachten dat het alvast een belangrijke stap voorwaarts zou zijn. Het gaat erom de slachtoffers te helpen. Hoe sneller, hoe liever. Want sommigen zitten door de aanslagen en de opstapelende kosten in grote financiële moeilijkheden."
Bovendien zijn de bijkomende mogelijkheden van De Block binnen haar bevoegdheden naar eigen zeggen beperkt. Het optrekken van de bedragen uit het slachtofferfonds zijn bijvoorbeeld een bevoegdheid van Justitiecollega Koen Geens, klonk het nog.
De slachtofferverenigingen hadden expliciet gevraagd om door de bevoegde parlementscommissie gehoord te worden over het wetsontwerp van De Block en haar N-VA-collega Steven Vandeput. Maar na een gênante procedureslag van zowat drie uur tussen meerderheid en oppositie - en in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de slachtofferverenigingen - is beslist dat dit minstens voorlopig niet zal gebeuren.
Eén van de argumenten van meerderheidspartijen N-VA, CD&V, Open Vld en MR om de slachtoffers niet te horen, was dat dit "weinig respectvol" zou zijn tegenover de leden van de onderzoekscommissie. Die heeft de slachtoffers onlangs al gehoord. Het zou de slachtoffers ook "valse hoop" kunnen geven en zou "dubbel werk" zijn, zo klonk het voorts op de meerderheidsbanken.
De oppositie trok grote ogen bij die argumenten. Niet in het minst André Frédéric (PS) en Gilles Vanden Burre (Ecolo), die ook lid zijn van de onderzoekscommissie. "Dit zou helemaal geen dubbel werk zijn. Onze hoorzittingen gingen veel breder over hun ervaringen en moeilijkheden en helemaal niet over dit specifieke wetsontwerp", beklemtoonde Vanden Burre.
CdH-collega Catherine Fonck noemde de weerstand van de meerderheid "respectloos" ten aanzien van de slachtoffers, temeer omdat al beslist was om de stemming uit te stellen tot na het eindrapport van de onderzoekscommissie. De slachtoffers horen zou de zaken dus ook niet vertragen. Blijft de meerderheid ook na 30 april weigeren, dan wil ze de slachtoffers desnoods buiten de commissie om ontvangen.
Minister De Block herhaalde meermaals dat zij de slachtoffers al hoorde en er ook rekening mee hield bij het uitwerken van haar wetsontwerp. Zo zat de terugbetaling van psychosociale bijstand voor indirecte slachtoffers bijvoorbeeld niet in de oorspronkelijke tekst. Philippe Vansteenkiste, die lid is van een van de twee slachtofferverenigingen, merkte in de wandelgangen van de Kamer echter op dat er naar zijn gevoel niet echt rekening gehouden werd met de opmerkingen die aan het kabinet-De Block zijn overgemaakt.
Slotsom: voorlopig is niet duidelijk wat er finaal uit de bus zal komen voor de slachtoffers. De bespreking van het wetsontwerp van De Block en Vandeput staat even 'on hold' tot de onderzoekscommissie helemaal heeft afgeklopt. Zowat alle meerderheidspartijen lieten woensdag wel expliciet verstaan dat er mogelijk nog bijsturingen kunnen komen in functie van het eindverslag van die commissie.